WATERTORENS IN NEDERLAND

Watertorens vormen sinds 1839 een karakteristiek onderdeel van de gebouwde omgeving in Nederland. Het meest opmerkelijk zijn de drinkwatertorens. Vanaf 1856 bouwde men ruim 260 watertorens ten behoeve van de centrale drinkwatervoorziening. Vanwege de forse afmetingen en de vaak markante situering in het vlakke Hollandse landschap beschouwden de waterleidingbedrijven de watertoren als hun visitekaartje en besteedden veel aandacht aan het uiterlijk. Momenteel resten er nog zo'n 175 van deze drinkwatertorens waarvan nog maar enkele in gebruik zijn.
De eerste watertorens die in Nederland gebouwd werden dienden voor de watervoorziening van de stoomlocomotieven van de spoorwegen, gevolgd door die van de tramwegen. Honderden exemplaren verrezen door het gehele land op stationscomplexen. Dit type watertoren viel door zijn geringe afmetingen in de regel weinig op. Inmiddels zijn ze vrijwel allemaal afgebroken. Ook op industriële complexen verrezen watertorens. Tenslotte werden door ziekenhuizen en particulieren watertorens gebouwd als onderdeel van kleine drinkwatervoorzieningen op plaatsen waar nog geen leidingnet aanwezig was. Het aantal buiten bedrijf gestelde torens stijgt voortdurend. De toekomst van het Nederlandse watertorenbestand is dan ook vooral afhankelijk van de herbestemming van de torens.